Een wonderlijke microkosmos waarin harmonieuze natuur en weelderige kunst elkaar ontmoeten. Wie de rijkversierde zestiende-eeuwse
wandtapijten uit de collectie van aartsbisschop
Antoine Perrenot de Granvelle (1517–1586)
aanschouwt, kan niet anders dan vol verwondering blijven kijken. Met hun monumentale
afmetingen, kostbare details en sprekende taferelen zijn ze prachtige voorbeelden van de
Vlaamse wandtapijten die eeuwenlang adellijke
huizen sierden. Als mobiele fresco's verbeelden ze een glorieuze en eeuwigdurende lente,
als een seizoen dat nooit voorbij lijkt te gaan.
Laag na laag ontrafelen experts in dit boek de
vorm, functie en symbolische betekenis van
deze reeks wandtapijten, vandaag deel van het
Kunsthistorisch Museum in Wenen en tijdelijk te zien in Museum Hof van Busleyden in
Mechelen. Ze belichten de indrukwekkende
kunstcollectie van aartsbisschop Granvelle en
zijn rol als tuinliefhebber, invloedrijk verzamelaar en kunstmecenas.